Deze Dune-verfilmingen gingen vooraf aan de meesterwerken van Denis Villeneuve

Films
vrijdag, 08 maart 2024 om 21:00
dune23
Dune, het best verkochte sciencefictionboek ter wereld, stond lang bekend als een niet te verfilmen verhaal. De vele lagen die in het boek van Frank Herbert verborgen liggen, de diepe filosofische punten die hij maakt over de toekomst van de mensheid, de mysterieuze intriges en raadselachtige motieven, het is allemaal net iets te veel “heady stuff” (zoals een recensent schreef over het vierde boek) en net iets te weinig actie. Toch weerhield dat velen er niet van een poging te wagen.
Vóór de zeer geslaagde poging van Denis Villeneuve waar we zeer binnenkort deel twee van gaan aanschouwen, waren er eerdere pogingen. Laat ons een kijkje nemen naar de Dune-films die aan die van Villeneuve vooraf gingen.
Naast een reeks invloedrijke bord- en videospellen (Het bordspel uit de jaren ’70 wordt nog steeds gespeeld en het pc-spel Dune II uit 1992 wordt gezien als een van de grondleggers van het RTS genre, en de oorsprong van de term real time strategy zelf) zijn drie filmprojecten het opmerken waard. Ten eerste: de onsuccesvolle poging van de Chileense filmmaker Alejandro Jodorowsky om Dune naar het witte boek te vertalen. Dan: de versie van David Lynch die in 1984 uitkwam, en tenslotte de Syfy miniserie waar in 2000 het eerste deel van uitkwam.

Jodorowsky’s Dune

De eerste poging om Dune te verfilmen is duidelijk de meest bizarre. In een tijdperk dat film nog aan heel andere regels gebonden was dan nu, en filmmakers nog veel meer artistieke vrijheden genoten, werden ideeën geopperd die nu haast niet meer voor te stellen zijn.
Alejandro Jodorowsky begon in de jaren ’70, zonder het boek te hebben gelezen, of maar van plan te zijn dat te doen (!) aan zijn versie van Dune, die niet alleen ronduit megalomaan te noemen is, maar ook veel meer van zijn eigen ideeën zou bevatten dan die de boekenserie tot zo’n onmetelijk succes hebben gemaakt.
Denk niet dat aan het woord bizar ook maar iets overdreven is: Jodorowsky’s Dune zou twaalf uur lang moeten duren, en zou ideeën bevatten als een gecastreerde Duke Leto die zijn concubine zwanger maakt middels een druppel bloed, en een Paul die transformeert in een levende planeet – ideeën die uiteraard helemaal niets met de boeken van Frank Herbert te maken hebben. Jodorowksy beschrijft wat hij deed zelf als volgt, en daar valt weinig aan toe te voegen:
Charlotte Rampling, die uiteindelijke de Reverend Mother in de 2021 film zou spelen, werd gevraagd voor de rol voor van Jessica, maar ze sloeg het af toen ze over een scène las waarin 2000 extra’s tegelijk moesten… poepen. “Wie gaat er nou naar zo’n film!” Vroeg ze zich begrijpelijkerwijs af. Jodorowsky was zeer teleurgesteld.
En toch was Jodorowsky’s ambitie niet minder grandioos dan dat ze vreemd was. Voor dit project had hij allerlei onvoorstelbare deals gesloten. Zo had hij bijvoorbeeld een soundtrack van Pink Floyd geregeld, evenals een legendarische cast, waaronder Mick Jagger als Feyd-Rautha (en het idee van een rockster voor deze rol zou blijven hangen, want dit karakter wordt in de 1984 versie vertolkt door Sting), Orson Welles als Baron Harkonnen en David Carradine (Bill in Kill Bill) als Duke Leto.
De grote namen die hij bij deze film wist te betrekken bewijzen dat hij behalve een schijnbaar eindeloze reeks van bizarre ideeën ook zeker de kwaliteiten in huis had om iets geweldigs neer te zetten. Leuk detail omtrent de grootsheid van zijn aanpak is dat hij de beroemde kunstenaar Salvador Dalí gestrikt had voor de rol van keizer Shaddam IV. Die was echter niet geïnteresseerd in een rol die minder dan ronduit legendarisch te noemen zou zijn, hij was immers al beroemd, en als hij op het witte doek zou verschijnen dan moest dat wel iets bijzonders zijn.
Daarom vroeg hij het hoogste loon dat een acteur ooit betaald was: $ 100.000,- dollar per uur. Hierop zei Jodorowsky : ik heb nog een beter idee: we betalen je 100k per minuut van het beeldmateriaal dat we uiteindelijk gebruiken in de film. Dalí vond het geweldig. 100k per minuut! Dat zou hem iets geven om over op te scheppen. Dalí ging akkoord, maar achter diens rug om maakte Jodorowsky plannen om zijn rol tot slechts drie minuten schermtijd te beperken, en de rest van de scènes met de keizer te maken door een gemotoriseerde pop te filmen.
Helaas kwam dit project dus nooit van de grond, toen laat in het proces geldschieters zich terugtrokken vanwege de hoge kosten. Het zou de geschiedenis in gaan als “the greatest film never made”. Van de vele interessante verhalen die rondom dit project tot stand zijn gekomen is een documentaire gemaakt: Jodorowsky’s Dune, die zeker het kijken waard is.
Daarnaast is er nog meer moois uit dit project voorgekomen. Zo zijn de sets voor Dune gebruikt in Ridley Scotts Alien. Dan O’Bannon, die meewerkte aan de special effects voor Dune, schreef het script van Alien. Via die weg is Dune dus een beetje verantwoordelijk voor diens geweldige atmosfeer. Ook heeft Ridley Scott zelf nog enige tijd aan het script van Dune gewerkt, alvorens zijn meesterwerk Blade Runner te maken. Wie weet hoeveel hij in die tijd van Jodorowsky geleerd heeft en in welke mate hij geïnspireerd werd door diens versie dan Dune.
Jodorowsky heeft zijn ideeën voor Dune uiteindelijk uitgewerkt in het stripverhaal The Incal waarvan de hoofdpersoon John Difool model stond voor het karakter Fry van Futurama.

Dune (1984)

Bekender dan Jodorowsky’s poging is het wel tot een eindresultaat gekomen project van David Lynch, dat tot de Dune-film uit 1984 heeft geleid. Hoewel in eerste instantie (en ook later nog wel) met enige negativiteit overladen groeide de film uiteindelijk uit tot een culthit. Geen perfecte Dune-film, maar ook zeker niet zo lachwekkend slecht als sommigen claimen. Deze intro bijvoorbeeld, mag er best wezen.
Ook David Lynch liep tegen de problemen aan die inherent zijn aan het maken van de verfilming van Dune, met name die van lengte. Hij had minimaal een uur of drie nodig om deze epische vertelling recht te doen, maar de studio dwong hem het te reduceren tot iets meer dan twee.1 Dit conflict liep zo hoog op dat Lynch negatief zou terugkijken op het maken van deze film, en zelfs zo ver ging als zijn naam te laten verwijderen van de televisie-adaptatie van de film die later uitkwam. Hij voelde zich tekortgedaan door de bemoeienis waar hij mee te maken kreeg en beschouwd het als een gefaald project.
Als gevolg van deze bemoeienis hebben we een te korte film, die enigszins voorbij gaat aan sommige belangrijke punten, en ook onvoldoende uitleg geeft voor wat het wel laat zien. Dit heeft soms een onbedoeld humoristisch effect: als de film ineens termen als “Kwisatz Haderach” op bombastische toon presenteert, of dramatisch verklaard dat “the sleeper has awakened!” dan kan dat nogal een WTF-effect hebben op de kijker die niet weet wat daarbij wordt bedoeld, en hij kan het gevoel krijgt dat er een loopje met hem wordt genomen. Je moet het verhaal kennen om te begrijpen wat er gebeurt, dus wie het boek heeft gelezen (of misschien de nieuwste films heeft gezien) die zal dit meer kunnen waarderen dan wie geen idee heeft waar Dune nu eigenlijk over gaat.
Maar er zit ook bedoelde humor in deze versie van Dune. De slechteriken bijvoorbeeld, zijn nog verder over the top dan ze in het boek al waren. Was Baron Harkonnen in het boek reeds een ziekelijk dikke en machtsbeluste maniak, even gewetenloos als geniaal: de film doet hier nog eens een flinke schep bovenop door hem een hoofd vol afzichtelijke wratten te geven, waar zijn dokters hem aan opereren. Hij vermoordt zonder duidelijke reden, terwijl die in de boeken wel altijd aanwezig is, voor alles wat hij doet, en als hij zijn plannen verkondigt dan lacht hij op een manier die, nou ja, kijk zelf maar.
Zijn knappe en gespierde neefje en erfgenaam, Feyd-Rautha, fenomenaal gespeeld door Sting (zoals gezegd, een overblijfsel dus van Jodorowsky’s Dune, waarin Mick Jagger hem zou spelen) krijgt een vergelijkbare behandeling.
(En mocht je nou niet weten wie Feyd-Rautha is (fantastisch karakter), ga dan nog even geen informatie over hem opzoeken totdat je de binnenkort verschijnende Dune: Part Two van Villeneuve hebt gezien, daarin zal dat heel duidelijk worden, al is het nog maar de vraag hoe die versie zich zal verhouden tot bijvoorbeeld deze hier van Sting.) In het boek is hij duidelijk al iemand met veel ambitie die zichzelf heel sexy vindt, maar toch weer niet zo overdreven als hij hier wordt afgebeeld, zoals deze compilatie mooi laat zien.
Dit soort overdreven, comic-book-achtige uitbeelding, je moet er maar van houden. Persoonlijk waardeer ik het voor wat het is, al kan ik de haters wel begrijpen. Voor de veel serieuzere toon die de nieuwere films aanslaan is in ieder geval meer te zeggen.
Dat gezegd hebbende heeft deze film nog een aantal uitzonderlijk goede punten. De kostuums bijvoorbeeld, zijn ronduit geniaal, evenals de casting voor de rollen van Paul, Leto, Jessica, Irulan, Chani en natuurlijk Feyd-Rautha. Dit is exact hoe ze eruit horen te zien. Als met al hebben we hier te maken met een zeer vermakelijke, maar enigszins gebrekkige film die zijn status als commercieel falende cult classic volledig waar weet te maken.

Frank Herbert's Dune (2000)

Tenslotte dan de Syfy channel versie uit 2000. Dit is qua verhaal de meest complete versie van Dune die je maar kunt vinden, en in ieder wat dat aspect betreft dan ook de beste verfilming tot nog toe. In eerste instantie wordt het eerste boek verfilmd in de eerste drie afleveringen (tot zover komt de film die dit jaar verscheen), en later volgen in de vervolgserie nog drie delen die boeken twee en drie beslaan. Het zal nog even duren dus voordat de huidige filmserie dat heeft ingehaald, en we kunnen voorlopig alleen maar hopen dat dat inderdaad zal gebeuren.
Deze versie is duidelijk wat meer low budget dat de andere, het is immers een tv-productie. En dat is te merken. Hoewel de sets goed gemaakt zijn in de zin dat de verschillende facties allemaal hun eigen kleur hebben in het decor en de kostuums (de Harkonnen zijn hier rood, dat klopt niet, maar het effect werkt wel goed) ziet het er allemaal erg tv-achtig uit, en duidelijk een stuk minder mooi dan de 1984 versie.
Ook de acteurs zijn het net niet helemaal. Ze doen hun werk goed, dat is het belangrijkste, maar ze zien er niet uit zoals deze karakters eruit horen te zien. Opvallende uitzondering is Duncan Idaho, voor wie geldt dat hij er juist in de 1984 versie niet uitziet zoals je zou verwachten, en juist in deze versie wel. De uitbeelding van Feyd-Rautha is ook in deze versie erg goed, en de Baron is nu veel meer zoals zijn boek versie: wel een beetje walgelijk, maar toch voornamelijk intelligent en intimiderend, in plaats van andersom.
En toch draait het voornamelijk om het verhaal, en we zien hier in deze serie waarlijk iets van de diepte van Dune ontluiken, met name in de latere afleveringen. Bijvoorbeeld, als de volgende uitspraak voorbij komt: “Those who accept self-deception, will perish by that self-deception.”
Voor wie echt niet kan wachten om te zien hoe het verder gaat, en geen zin heeft om de boeken te lezen, is deze serie een kans om alvast wat verder vooruit te kijken in de verhaallijn van Dune. Het verhaal is in ieder geval complex genoeg om meerdere keren te kunnen zien – maar mijn advies zou toch zijn om te wachten en met mij mee te hopen dat de nieuwe filmserie het punt in het verhaal waar deze serie eindigt zal bereiken, en wie weet, misschien wel verder zal gaan dan daar. Dat er nog maar veel Dune-films mogen volgen!
Meer filmanalyses van Joris Bouwmeester lees je via: overstorm.nl/film
Genoten van het artikel? Trakteer ons op een (virtuele) koffie of steun The Nerd Shepherd door ons te volgen via Facebook, Twitter en Instagram!