In een tijd dat de voormalige president Donald Trump van
alle kanten wordt aangevallen – ook fysiek – verschijnt een nieuwe aanslag, dit
keer in de vorm van een film. De poging tot moord die hier wordt gepleegd is
van een heel ander type: het gaat hier om karaktermoord. We krijgen een film te
zien over het leven van Donald Trump, over de jaren vóór zijn presidentschap –
toen hij nog Amerika’s lieveling was, door de wereld geadoreerd.
Dit is zo’n film die alles op alles zet om duidelijk te
maken dat ook toen, Trump nog Amerika’s golden
boy was, zich achter de schermen heel andere taferelen afspeelde. Deze self-made man, zoals hij bekend stond,
dit icoon van het Amerikaanse vrijheidsideaal, was eigenlijk een zwendelaar,
een corrupte, hypocriete en narcistische leugenaar zonder vrienden. Tja, zo
vergaat dat Amerika’s idolen: eerst worden ze op het voetstuk geplaatst, en
niet veel later, als het tij keert, worden ze weer uitgespuugd en wordt al die
verheerlijking net zo gemakkelijk weer vergeten.
Dat het zo’n film zou gaan worden, dat was natuurlijk al
duidelijk vanaf de aankondiging dat er een film over het leven van Trump
gemaakt zou worden. Iets anders dan een frontale aanval is onder huidige
omstandigheden moeilijk voor te stellen. En laten we wel wezen, zit er iemand
werkelijk te wachten op een neutrale, of zelfs pro-Trump film? Nee, de
werkelijke vraag is: doet deze film het met stijl? Of blijft het een beetje
steken op het niveau van slander, achterklap?
Op het niveau van de roddelbladen die Trump zo bekend hebben gemaakt?
En het begint best aardig. We zien een jonge, onschuldige
Trump als hij zijn weg begint te vinden in een wereld die wel iets heeft van
wat we aantreffen in typische gangsterfilms: denk aan Goodfellas en Scarface. Net
zoals in zulke films ondergaat de hoofdpersoon langzaam maar zeker een
transformatie, als hij leert hoe de zaken er in deze wereld aan toe gaan.
En net zoals in dergelijke films is dit een beetje dubbel,
hoe dit wordt uitgebeeld: aan de ene kant zien we heel goed hoe immoreel en
duister het allemaal is, maar aan de andere kant wordt ook een beetje
verheerlijkt. Zwendelen is ook een kunst. En als dat het beeld is van de
zakenwereld dat de film neer wil zetten, dan is dat niets dat we niet van een
doorsnee gangster- of westernfilm gewend zijn. De onuitgesproken boodschap die
we dan maar maar even door de vingers moeten zien is dan dat het er bij andere
succesvolle zakenmannen allemaal heel anders aan toe gaat, dat die allemaal
veel eerlijker, netter en fatsoenlijker zijn, niet zulke keiharde killers als
dit. Het gaat hier over Trump.
Trump wordt dus afgeschilderd als een meedogenloze
zwendelaar zonder enige waardigheid. Aan dat beeld op zich stoor ik mij niet,
niet alleen omdat dit nu eenmaal is hoe Trump wordt afgebeeld, maar ook omdat
het goed laat zien welke cynische werkelijkheid er achter the American Dream schuil kan gaan. Dit is nu eenmaal de andere
kant van het amerikanisme dat op andere plekken zo verheerlijkt wordt: de
gehele fake it ‘till you make it mentaliteit
waarin blufpoker tot het toppunt van menselijk kunnen verheerlijkt wordt. Het
is de wereld van narcisme, borstvergrotingen en liposucties. Trump staat daar
icoon voor. Trump is deze kant van Amerika, gepersonificeerd.
Het is een cynische wereld die wordt neergezet. In een
cynische wereld gelden cynische waarden. Joris Luyendijk schreef eens over
Trump en andere populisten, iets dat ongeveer als volgt ging: “In het land der
blinden is de eenoog koning, en als alle politici liegen, dan heeft de
politicus die er ronduit voor uitkomt een leugenaar te zijn een streepje voor
bij de politicus die dat nog ontkent.” – Hij schreef dat om het cynisme van de
populisten en hun volgelingen te bekritiseren. Je moet toch wel blijven geloven
dat er ook goede politici zijn, die het menen!
Wie cynisch naar de wereld van politiek kijkt echter, die
zou kunnen denken dat de winnaar inderdaad vaak de meest succesvolle zwendelaar
is, en hier ook de kracht van inzien. Ook een zwendelaar kan goed zijn in wat
hij doet, ook het voor de gek houden van anderen kan een prijzenswaardige
vaardigheid zijn, als dat is hoe de zaken er voor liggen. “Don’t hate the player, hate the game”, krijg
je dan. Zo wordt Trump dan een zogenaamde ‘handige jongen’ – iemand die
het spel, zoals het nu eenmaal is, slim weet te spelen. Zo begint deze film
dus, alleraardigst, met deze mogelijkheid open.
In één enkele scène echter, wordt al het goede dat aldus
wordt opgebouwd in één keer onderuit gehaald. In één moment zakt het
kaartenhuis in elkaar, en de film van drie sterren naar twee, en dat is de
scène waarin Trump Ivana verkracht. Tot hier is deze film één en al snoeiharde
kritiek, en uitbeelding van het zojuist genoemde cynisme, al is het dan
overladen met zogenaame cheap shots.
(Zo zien we een Trump die huilt om de dood van zijn broer, en een scène later
vertelt hij een journalist: “I’m feeling great!” waardoor hij door het achter
elkaar opvolgen van deze scènes als hypocriet overkomt, en vele van dit soort
simpele trucjes meer.)
Maar met deze scène wordt een lijn overgegaan, en wordt
Trump simpelweg als een monster afgebeeld, en wel op heel goedkope manier. Dat
Trump wordt neergezet als een slechte echtgenoot, vader, broer, zakenman, als
iemand die niet met zijn emoties om kan gaan, alles eigenlijk, waar iemand maar
slecht in kan zijn, dat is allemaal tot daar aan toe. Maar hier wordt een grens
overschreden. In één scène gaan we van een kritische film, naar een simpele en
uiterst goedkope hit-piece, meer
propaganda dan vermaak.
Wat nog meer? Deze film laat ons kennis maken met Roy Cohn,
de advocaat die vrienden was met Nixon, die hier wordt neergezet als de
leermeester van Trump. Vandaar de titel: The
Apprentice. (Daarnaast is dat een aardige verwijzing naar het tv-programma
dat Trump veel bekendheid heeft opgeleverd.) En op zich is dat leuk, dat we Roy
Cohn leren kennen, maar de manier waarop deze man wordt neergezet, als een verborgen
homoseksuele en autistische bullebak die Trump leert hoe je gemeen moet zijn,
spreekt weinig tot de verbeelding. Leuk dat ik nu weet wie hij is, maar verder?
Hier had meer ingezeten. Trump zegt over zichzelf: “I’m an
artist. Deals are my art form.” Dat had toch een mooi verhaal kunnen zijn, van
een zwendelaar die, hoewel hij niet altijd doet wat je hoort te doen, en zeker
geen heilige is, het zwendelen toch tot een zeker niveau weet te tillen waar je
een desalniettemin respect voor kunt hebben. In plaats daarvan krijgen we het
verhaal van een lichtelijk gestoorde nietsnut, een kind in een volwassen
lichaam, waarvan je je afvraagt waarom hem eigenlijk ooit iets is gegund. Een
verhaal dat vooral om politieke redenen lijkt te zijn gemaakt.
★★☆☆☆
The Apprentice draait vanaf 24 oktober in de bioscoop, bekijk hieronder de officiële trailer. Meer filmanalyses van Joris Bouwmeester lees je via:
overstorm.nl