De Netflix-serie Monster: The Ed Gein Story trekt
momenteel wereldwijd de aandacht. Met Charlie Hunnam in de rol van de beruchte
“Butcher of Plainfield” duikt Ryan Murphy opnieuw in de donkere krochten van de
Amerikaanse misdaadgeschiedenis. Toch geldt ook hier wat voor eerdere seizoenen
van Monster al gold: het label based on a true story moet met een
flinke korrel zout worden genomen. In dit artikel leggen we stap voor stap uit wat er
historisch klopt en wat niet, welke vrijheden de serie neemt en hoe Geins daden
verstrengeld raakten met de popcultuur. Let op: spoilers!
Wie was Ed Gein in werkelijkheid?
Ed Gein werd in 1906 geboren in Wisconsin en groeide op in
een streng religieus huishouden met een dominante moeder, Augusta, die haar
zonen voortdurend waarschuwde voor de zonden van de buitenwereld. Zijn vader
George stierf vroeg aan hartfalen, zijn broer Henry kwam in 1944 onder
verdachte omstandigheden om het leven bij een brand, en na de dood van zijn
moeder in 1945 raakte Ed volledig geïsoleerd.
In 1957 verdween de plaatselijke winkelierster Bernice
Worden. Het onderzoek leidde naar Geins boerderij, waar agenten een macabere
ontdekking deden: menselijke resten verwerkt tot gebruiksvoorwerpen. Er lagen
maskers gemaakt van huid, kommen uit schedels, een riem van tepels en zelfs een
lampenkap van een gezicht. Gein bekende de moorden op Bernice Worden en Mary
Hogan, maar ook dat hij tientallen keren graven had geschonden om lichamen op
te graven.
Gein werd ontoerekeningsvatbaar verklaard en bracht de rest
van zijn leven door in psychiatrische instellingen, waar hij in 1984 overleed.
Hoeveel moorden pleegde Gein werkelijk?
In tegenstelling tot wat Monster: The Ed Gein Story
suggereert, was Gein geen seriemoordenaar in de klassieke zin. Hij bekende
slechts twee moorden: Mary Hogan in 1954 en Bernice Worden in 1957. Er was veel
speculatie over andere verdwijningen, zoals die van Evelyn Hartley of bepaalde
jagers uit de omgeving, maar bewijs ontbreekt.
De serie presenteert sommige van deze speculaties alsof ze
harde feiten zijn, terwijl politieonderzoeken destijds zelfs aantoonden dat
Gein een leugendetectortest doorstond bij dergelijke zaken. Dit is een cruciaal
verschil: Geins beruchtheid komt niet voort uit een lange reeks moorden, maar
uit zijn morbide omgang met de lichamen die hij uit graven stal.
Kannibalisme en necrofilie
Een van de hardnekkigste misverstanden rond Ed Gein is dat
hij zich schuldig maakte aan kannibalisme. De serie speelt in op dat beeld,
maar er is nooit bewijs voor gevonden. Sterker nog, Gein verklaarde in 1957
tegenover onderzoekers dat hij geen seks had met de lichamen “omdat ze te erg
stonken” en dat hij nooit mensenvlees had gegeten.
Zijn motief lag eerder in het maken van objecten en een
“vrouwenhuidpak” waarmee hij probeerde de aanwezigheid van zijn overleden
moeder te herscheppen. Dit macabere ambacht is al huiveringwekkend genoeg, maar
het label van kannibaal is een toevoeging van de mythevorming.
De dood van Henry Gein
In de eerste aflevering van Monster wordt
gesuggereerd dat Ed zijn oudere broer Henry doodde. In werkelijkheid is de dood
van Henry nooit als moord bewezen. De broers waren in 1944 bezig een stuk land
schoon te branden toen Henry levenloos werd teruggevonden. De officiële
doodsoorzaak was hartfalen door verstikking, hoewel er blauwe plekken op zijn
hoofd werden aangetroffen.
Het blijft een raadsel of Ed betrokken was, maar feitelijk
bewijs ontbreekt. Toch gebruikt de serie dit gegeven om Eds eerste “moord” te
dramatiseren, waardoor de grens tussen feit en speculatie opnieuw vervaagt.
Adeline Watkins
Een van de grootste verzinsels in de Netflix-serie is de rol
van Adeline Watkins. In werkelijkheid zei Watkins ooit dat ze een paar keer met
Gein naar de film was geweest, maar later trok ze die uitspraak in. Ze
benadrukte dat ze nooit in zijn huis was geweest en dat de pers haar woorden
had overdreven.
In Monster verandert Adeline echter in een
belangrijke spilfiguur: een geliefde, een manipulator en zelfs een soort
medeplichtige. Ze wordt afgebeeld als iemand die Gein aanspoort tot gruweldaden
en zelf ook geweldsincidenten kent. Geen van deze verhalen heeft een basis in
de werkelijkheid. Het is een schoolvoorbeeld van hoe de serie fictieve
dramatiek toevoegt om het verhaal te versterken.
Bernice Worden
De moord op Bernice Worden was het begin van Geins
ontmaskering. Zij verdween op 16 november 1957, waarna haar lichaam werd
teruggevonden in Geins schuur, opgehangen en ontdaan van delen van haar
lichaam.
De serie doet echter meer dan enkel dit feit reconstrueren.
In Monster wordt Bernice neergezet als iemand met een negatieve
reputatie rond haar seksleven en zelfs als object van een korte romance met
Gein. Historisch gezien is daar geen enkel bewijs voor. Bernice was simpelweg
slachtoffer van een willekeurige, gruwelijke daad, en het opdichten van extra
lagen sensatie maakt de voorstelling eerder misleidend dan informatief.
Grave-robbing: feit of overdrijving?
Waar Monster dicht bij de waarheid blijft, is in het
tonen van Geins grafschendingen. Uit rechtbankdocumenten en krantenberichten
uit de jaren vijftig blijkt dat Gein naar eigen zeggen zo’n veertig keer
begraafplaatsen bezocht, meestal in de periode 1947–1952. Hij stal
lichaamsdelen, soms een schedel, soms complete lichamen. Een aantal graven werd
later geopend en bleek daadwerkelijk verstoord.
De lugubere verzameling in zijn huis – schedelkommen,
huidmaskers en andere objecten – was grotendeels afkomstig uit deze
grafschendingen, en niet uit moorden. In dit opzicht houdt de serie zich aan de
feiten, al voegt men er soms sensationele scènes aan toe die nooit zijn
bewezen.
FBI, Bundy en andere seriemoordenaars
Een van de meest absurde claims in Monster: The Ed Gein
Story is dat Gein op de een of andere manier betrokken was bij het opsporen
van Ted Bundy. In werkelijkheid was Gein al lang geïnterneerd tegen de tijd dat
Bundy actief werd. Er bestaat geen enkele aanwijzing dat de FBI hem ooit
inschakelde om andere zaken op te lossen.
Ook de finale, waarin seriemoordenaars als Richard Speck, Ed
Kemper en Jerry Brudos Gein bedanken voor zijn “inspiratie”, is pure fictie.
Het dient als een symbolische afsluiting, maar heeft niets te maken met
historische realiteit.
Alfred Hitchcock en Psycho
Dat Psycho van Alfred Hitchcock losjes is gebaseerd
op Gein, klopt. Schrijver Robert Bloch gebruikte de zaak als inspiratie voor
zijn roman, en Hitchcock maakte daar in 1960 de iconische film van. De
gelijkenis tussen Norman Bates en Gein ligt vooral in hun band met hun
dominante moeder.
De serie suggereert echter dat Hitchcock persoonlijk
geobsedeerd was door Gein en scènes draaide die rechtstreeks uit diens leven
kwamen. Ook de beruchte bioscoopvertoning met over-the-top reacties van het
publiek wordt zwaar aangedikt. Historisch gezien is dit grotendeels verzonnen.
The Texas Chain Saw Massacre
Het is waar dat regisseur Tobe Hooper elementen van Geins
gruweldaden gebruikte als inspiratie voor The Texas Chain Saw Massacre
(1974). Het idee van een “huidmasker” en een kannibalistische familie is deels
terug te voeren op Geins nalatenschap.
De serie dramatiseert dit echter met scènes waarin Hooper
letterlijk een kettingzaag in een winkel ziet en zo zijn film bedenkt. De
werkelijkheid is minder spectaculair: Hooper verweefde maatschappelijke thema’s
zoals de Vietnamoorlog en desinformatie met de echo’s van Geins misdaden.
De rol van Augusta Gein
Augusta, Eds moeder, was inderdaad een religieuze en
dominante vrouw. Zij voedde haar zonen op met het idee dat vrouwen (behalve
zijzelf) verdorven waren. Dit legde de basis voor Geins latere obsessies.
Monster beeldt haar echter soms uit via hallucinaties
en visioenen van Ed, waarbij feit en waanbeeld door elkaar lopen. Hoewel dat
een creatieve keuze is, blijft het speculatief: er zijn geen concrete bronnen
die zulke visuele hallucinaties beschrijven.
Hoe Ed Gein uitgroeide tot horroricoon
Wat Monster: The Ed Gein Story vooral laat zien, is
hoe Geins daden doorwerken in de cultuur. Hij inspireerde niet alleen Psycho, maar ook Leatherface in The
Texas Chain Saw Massacre en Buffalo Bill in The Silence of the Lambs.
Zijn misdaden waren zo gruwelijk dat ze tot archetypische beelden in de
horrorfilm zijn geworden.
Toch vervaagt de grens tussen feit en fictie hierdoor nog
verder. Het is verleidelijk om te denken dat Gein zelf méér deed dan bewezen
is, omdat films en series hem tot ultieme monsterfiguur verheffen. De
Netflix-serie draagt sterk bij aan die mythevorming.
De gevaren van creatieve vrijheid
Monster: The Ed Gein Story is sensationeel,
meeslepend en stilistisch indrukwekkend, maar historisch vaak onbetrouwbaar.
Het vergroot vermoedens uit tot feiten, verzint relaties die nooit hebben
bestaan, en verbindt Gein aan gebeurtenissen en personen waarmee hij niets te
maken had.
De werkelijkheid is al luguber genoeg: een man die twee
vrouwen vermoordde, talloze graven schond en zijn huis vulde met macabere
objecten. Dat is de echte Ed Gein. Alles daarbovenop – een romantisch verhaal,
samenwerkingen met de FBI of een rol als inspirator voor andere moordenaars –
is fictie, bedoeld om drama te creëren.
Wie de serie kijkt, moet dat in het achterhoofd houden. Want
achter de horror en de mythe stond een eenzame, psychisch zieke man uit
Wisconsin, wiens daden nog decennia na zijn dood tot de verbeelding spreken –
en vervormen.
Blijf op de hoogte van jouw favoriete
Netflix-films en -series
Heb je genoten van dit
artikel? Trakteer ons dan op een
(virtuele) koffie of
steun
The Nerd Shepherd door ons te
volgen op
Facebook,
X,
Instagram en
Google
Nieuws! Voor de laatste updates over je favoriete Netflix-series, word
lid van onze
Alles
over Netflix Facebook-groep. Zo mis je geen enkel nieuwtje!