The Four Seasons oogt op het eerste gezicht als
een luchtige komedie over vrienden die samen op vakantie gaan. Maar al snel
blijkt dat onder het wijngedruppel en de weekendrituelen iets veel rommeligers
schuilt. Tegen de tijd dat je alle acht strak geregisseerde afleveringen hebt
gezien, is duidelijk dat de serie veel sluwer en gelaagder is dan de zonnige
aanloop doet vermoeden. Wat begint als een vrolijke sitcom over drie welgestelde
koppels op vakantie, verandert langzaam maar trefzeker in een pijnlijk subtiel
portret van midlife-chaos, echtscheiding en de ongemakkelijke intimiteit
tussen oude vrienden die elkaar misschien al lang niet meer écht mogen. Toch
blijft de humor op volle kracht: droog, scherp en perfect getimed, zelfs
wanneer de serie de diepte induikt.
Gebaseerd op de film van Alan Alda uit 1981, is de serie een
creatie van Tina Fey, Tracey Wigfield en Lang Fisher. Fey speelt Kate, een
controlfreak met een liefde voor strakke schema’s en wijn. Haar man Jack (Will
Forte) is het type dat zich druk maakt over de optimale inwerktijd van
zonnebrandcrème en slaapt met anti-angstsokken. Samen zijn ze het
cliché-koppel: hecht, lichtelijk disfunctioneel en permanent binnen
gehoorafstand van een therapeut.
Ze krijgen gezelschap van Danny (Colman Domingo) en Claude
(Marco Calvani), een stijlvol maar stormachtig duo dat rechtstreeks uit een
glossy reisbrochure lijkt geplukt. Achter hun gevatte dialogen schuilen echter
diepe onzekerheden over ouder worden, relevantie en alles wat nooit
uitgesproken wordt. Dan zijn er nog Nick (Steve Carell) en Anne (Kerri
Kenney-Silver), het stel wiens implosie het hele kaartenhuis aan het wankelen
brengt.
Nick laat de bom barsten tijdens wat een feestelijk weekend
had moeten zijn: na 25 jaar huwelijk vertelt hij Anne dat hij bij haar weggaat.
Zijn verklaring? “Het enige wat ze doet, is dat boerderijspelletje op haar
iPad. Ze staat heel hoog op het klassement.” Het is een grap — maar niet
helemaal. Zoals zoveel momenten in The Four Seasons balanceert de scène
messcherp tussen humor en hartzeer.
De serie volgt vier vakanties, één per seizoen. Nicks
onthulling breekt de zorgvuldig opgebouwde groepsdynamiek volledig open, vooral
wanneer hij in de herfst ineens opduikt met zijn nieuwe vriendin: de 32-jarige
Ginny (Erika Henningsen). De sfeer is tegen die tijd zó verzuurd dat Nicks
dochter haar toneelstuk op de universiteit opent met de zin: “Er was eens… mijn
vader, die ons gezin kapotmaakte en ging daten met een achterlijke trut.”
Daarmee is de toon gezet voor een reeks ongemakkelijke tripjes, explosieve
confrontaties en emotionele naschokken — telkens verlicht door ragfijne humor.
De schrijvers verliezen nooit de komische onderstroom uit
het oog. Zelfs wanneer huwelijken scheuren en de dood op de achtergrond
meeloert, blijft The Four Seasons grappig — niet ondanks de pijn, maar
juist dankzij die pijn. Fey begrijpt dat de tragiek van de middelbare leeftijd
zelden binnenkomt met een dramatisch strijkkwartet. Ginny? Die is geen monster,
zoals de groep haar graag afschildert — maar heilig is ze ook zeker niet. Haar
millennialtrekjes — paddenstoelkoffie, emotionele fluïditeit, overdreven
enthousiasme voor yurts — wekken terecht gefronste wenkbrauwen, maar ze wordt
nooit gereduceerd tot een karikatuur.
Carell is magistraal als Nick: charmant, meelijwekkend en
ronduit irritant, vaak in één scène. Hij beweegt feilloos tussen geestigheid en
uitputting, en maakt van zijn midlifecrisis een geloofwaardige achtbaanrit.
Maar het is Kenney-Silver die als Anne de emotionele mokerslag uitdeelt. Haar
ingehouden woede en stille verwarring borrelen jarenlang onder de oppervlakte,
tot ze onontkoombaar naar buiten knallen. Haar zoektocht om zichzelf opnieuw
uit te vinden na 25 jaar huwelijk is misschien wel het stilste, maar
krachtigste verhaal in de serie.
Feys grootste verdienste is dat ze niet alleen de
midlifecrisis op het scherm brengt met vlijmscherpe timing en humor, maar ook
het ongrijpbare gevoel van vertrouwen weet te vangen — dat koppels soms
blijven, niet omdat het hoort, maar omdat ze als klimop tegen dezelfde oude
muur zijn opgegroeid.
Toegegeven, The Four Seasons is niet zonder
haperingen. Sommige verhaallijnen blijven onaf en halverwege lijkt de toon even
te schommelen tussen oprechte scherpzinnigheid en slimme zelfgenoegzaamheid. De
serie doet bovendien geen moeite om alles netjes af te ronden — het schuurt, ontwijkt
en verrast.
Luchtige scènes kantelen plotseling naar iets veel diepere,
waardoor je geraakt wordt op een manier die akelig veel lijkt op het echte
leven. Misschien is het niet de meest spectaculaire serie op
Netflix, maar wel
een van de meest volwassen, grappige en pijnlijk herkenbare.
★★★½☆☆
Deze
recensie is geschreven door
Grant Tandy namens
Screenvice.com.
The Four Seasons is nu te zien op Netflix. Bekijk hieronder de officiële trailer.
Blijf op de hoogte van jouw
favoriete Netflix-films en -series
Heb je genoten van dit artikel?
Trakteer ons dan op een
(virtuele) koffie of steun
The Nerd Shepherd door ons
te volgen op
Facebook,
X,
Instagram en
Google Nieuws! Voor de laatste updates over je
favoriete Netflix-series, word lid van onze
Alles over Netflix Facebook-groep.
Zo mis je geen enkel nieuwtje!