De nieuwe psychologische dramafilm "Manodrome" neemt ons mee op een intrigerende reis door de schaduwrijke wereld van een mannelijke cult, waar Jesse Eisenberg schittert als de verloren ziel, Ralphie. Deze film, duidelijk geïnspireerd door klassiekers zoals "Fight Club", werpt hedendaags licht op de zoektocht naar identiteit en mannelijkheid. Adrien Brody voegt als de charismatische leider, Dan, een fascinerende toon toe aan het geheel.
Ralphie, een Uber-chauffeur, belandt in een eigenaardige mannenclub die doet denken aan figuren zoals Andrew Tate, waar het opkomen voor jezelf en het beschouwen van jezelf als een soort 'god' centraal staat. De mannen leven celibatair, een schijnbaar vereiste van de cult, en lijken zich vooral te richten op onzekere jonge mannen met een geknakt zelfbeeld.
“Manodrome" raakt belangrijke thema's aan, zoals de broosheid en toxiciteit van hedendaagse mannelijkheid. Ontmoetingen met diverse groepen, waaronder immigranten en homoseksuele mannen, onthullen de kwetsbaarheid en vooroordelen die deze mannenclub doordringen. Ondanks deze diepgaande thematiek blijft de film oppervlakkig, en de onverwachte wending waarbij Ralphie een homoseksuele ervaring heeft, voegt onnodige complexiteit toe aan het personage.
Het gebrek aan voiceover-narratie belemmert de kijker in het volledig onderdompelen in de verwarde gedachten van Ralphie en zijn worsteling met zijn identiteit. De absurde escalatie richting het einde van de film lijkt uit de lucht te vallen, en sommige keuzes van Ralphie komen rancuneus over zonder voldoende inzicht te bieden in zijn gedachtegang. Frustraties lijken vooral voort te komen uit onderdrukte homoseksuele gevoelens, wat onnodig en geforceerd aanvoelt. Ook zijn vrouw die Ralphie abrupt zonder enige verklaring verlaat, doet afbreuk aan de coherentie van het verhaal.
Ondanks overtuigende vertolkingen van Eisenberg en Brody en de moedige aanpak van actuele thema's, blijft "Manodrome" relatief oppervlakkig. Hoewel de film een unieke formule heeft, slaagt hij er niet in deze volledig te benutten. Gedurende de ruim 1,5 uur roept de film voortdurend enige ongemakkelijkheid op, wat zowel kracht als belemmering kan zijn, vooral door het gebrek aan enige duiding door bijvoorbeeld een voiceover-narratie.
"Manodrome" had goud in handen maar is uiteindelijk niet meer dan een middelmatige film met twee zeer goede acteurs die een fenomenale acteerprestatie neerzetten. Zeker de moeite waard, maar het gevoel van gemiste kansen blijft in onze gedachten rondspoken na het zien van de aftiteling. De film is helaas niet in de Nederlandse bioscopen te zien, al zal een digitale release niet lang meer uitblijven.